ICT op school

In alle groepen kunnen de leerlingen en de leraren gebruik maken van de computer. We zetten de computer in als:

  • Digitaal schoolbord
    De groepen 1 t/m 8 beschikken allemaal over een digitaal schoolbord in het lokaal. De methodes “Schatkist”, “Lijn 3”, “Pennenstreken”, “Taal Actief” en “Snappet” zijn volledig compatibel met het digitale schoolbord. Bij de keuze van nieuwe methodes worden de mogelijkheden voor het digitale schoolbord nadrukkelijk meegenomen.
  • Leermiddel
    De leerlingen kunnen op een systematische manier kennis maken met allerlei toepassingen op de voor het onderwijs relevante gebieden. Leerlingen hebben veel mogelijkheden tot oefenen, herhalen en verdiepen van lesstof.
  • Informatie- en communicatiemiddel
    De leerlingen leren om te gaan met informatie en informatiesystemen. Ze leren informatie zoeken op internet, waarbij ook aandacht wordt besteed aan het veilig gebruik van internet. Vanaf de middenbouw gebruiken de kinderen de computer bij het maken van werkstukken en het voorbereiden van nieuwskringen en boekbesprekingen. Zij oefenen het typen van teksten maar leren ook hoe je een pagina opmaakt, plaatjes invoegt, etc. Vervolgens gaan de kinderen hun gemaakte werkstuk met een Powerpoint presentatie aan de groep presenteren.

De computers in school zijn met elkaar verbonden via een netwerk en maken gebruik van een centrale server. Van alle programma’s die op school worden gebruikt, worden de gegevens bewaard en verspreid via deze server. Het onderhoud is in handen van een externe systeembeheerder. Voor het onderwijskundig beheer zorgen de ICT-coördinatoren samen met de directie. Onderwijskundige voordelen van deze manier van computerbeheer zijn:

  • leerlingen in alle groepen kunnen van alle programma’s gebruik maken,
  • leerlingen die nog extra moeten oefenen met leerstof uit voorgaande jaren en ook oude leerstofonderdelen van hun eigen leerjaar, kunnen op elk gewenst ogenblik in hun eigen klas aan de slag,
  • ook leerlingen die aan extra verdieping toe zijn, kunnen vooruit; dat geldt zowel voor de allerkleinsten als voor de oudsten in school,
  • er kan onder leiding van de remedial teacher gebruik gemaakt worden van specifieke software voor kinderen met een leerachterstand of dyslectische kinderen. Deze kinderen kunnen naast de extra begeleiding door de remedial teacher met deze software nu ook in de klas bij hun eigen leerkracht het oefenwerk voortzetten.