Leerlingenzorg

De opvang van nieuwe leerlingen
Uw kind is welkom vanaf het moment dat het vier jaar is geworden. Voorafgaand aan de definitieve komst op school mag uw kind vier dagen kennismaken. De leerkracht maakt afspraken met u over het verloop van deze kennismakingsdagen.

Behalve bij de kleutergroepen, stromen er ook kinderen in de hogere groepen in. Soms gebeurt dit tijdens een schooljaar bijvoorbeeld door verhuizing. Het opvangen en wegwijs maken van een nieuwe leerling wordt gedaan door de groepsleerkracht maar ook door een mentor-leerling. Dit is een leerling uit dezelfde groep waarin uw kind wordt geplaatst. Zo kan uw kind makkelijker kennismaken met zijn of haar klasgenootjes. Uw kind krijgt volop de gelegenheid rond te kijken in de school.

Het onderwijskundig rapport
Wanneer een leerling de Zuidwend verlaat, stelt de groepsleerkracht een onderwijskundig rapport op ten behoeve van de nieuwe school. Hierin staat onder andere beschreven welke lesmethodes de school heeft gebruikt, welke leerstof is aangeboden, wat de eventuele aandachtspunten van de leerling zijn en welke resultaten het kind heeft behaald.

Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen
Nieuwsgierigheid is een ingebakken eigenschap van de mens. Kinderen zijn ook nieuwsgierig en zullen steeds een nieuwe uitdaging zoeken. Op school stimuleren we de kinderen daartoe en we geven er ook richting aan. Wij gaan ervan uit dat elk kind zich op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo ontwikkelt. De ontwikkeling van elke leerling leggen we vast in het leerlingvolgsysteem, waarbij de volgende vaardigheden worden benoemd:

Cognitieve vaardigheden
Gedurende de schooltijd volgen we de ontwikkeling van de kinderen, waarbij op vaste momenten wordt geobserveerd en getoetst. In de groepen 1 en 2 toetst de leerkracht de taal-, waarnemings- en denkontwikkeling van de kinderen. Lezen, taal, en rekenen zijn kerngebieden. Het zijn belangrijke basisvaardigheden. Vanaf groep 3 worden de vorderingen op het gebied van lezen, taal en rekenen enkele malen per jaar getoetst. Dit doen we onder meer met landelijk genormeerde toetsen ontwikkeld door het CITO ( Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling).

Sociaal-emotionele vaardigheden
We volgen de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen aan de hand van observatielijsten.

Motorische vaardigheden
De motorische vaardigheden worden geobserveerd tijdens groepsactiviteiten, gymlessen en buitenspelen. De resultaten van de toetsen en de observaties komen terug in onze signaleringsbesprekingen. Tijdens een signaleringsbespreking bespreekt de leerkracht de resultaten van de kinderen met de zorgcoördinator of Intern Begeleider (IB-er). Aan de hand van de gegevens wordt het lesprogramma eventueel aangepast.

Wat als het moeilijker gaat?
Het is mogelijk dat de ontwikkeling van een kind wat minder naar verwachting verloopt. Na bespreking en onderzoek wordt er hulp geboden, die we over het algemeen zelf kunnen bieden. Op de Zuidwend is de Intern Begeleider als zorgcoördinator aangesteld, die is belast met het coördineren van alle zaken aangaande de zorgleerlingen. De IB-er overlegt met de groepsleerkrachten over de noodzakelijke hulp aan zorgkinderen, stelt met hen een handelingsplan op, bereidt de signaleringsbesprekingen voor en onderhoudt het contact met de ouders en met de externe organisaties op het gebied van zorg. We streven ernaar elk kind zoveel mogelijk in de eigen groep hulp te bieden, maar soms is wat extra hulp buiten de groep gewenst. Daarvoor beschikken we over een remedial teacher, die vier dagdelen in de week individuele hulp aan kinderen biedt.