In groep 7 leren we zinsontleden.
Dit valt onder het kopje taalbeschouwing.
We beginnen met de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp.
Later in het jaar komen ook het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp erbij.
Nieuwsgierig naar de spiekkaarten? Kijk hier: spiekkaarten
Voorbeeld:
Jan koopt voor zijn zus een mooi boek.
pv = koopt
gez = koopt
ond = Jan
lijd.v.w. = een mooi boek
meew.v.w. = voor zijn zus